Deze toelichting gaat over de regels die vanaf 1 januari 2020 van toepassing zijn als een
werkgever aan zijn werknemer voor zowel zakelijke kilometers als privéilometers een fiets
ter beschikking stelt. De overheid merkt dit aan als een (met loonbelasting) belastbaar
voordeel voor de werknemer: de werkgever telt een bedrag bij het fiscaal inkomen van de
werknemer. Als van deze bijtelling sprake is hebben wij het hierna over de fietsregeling.
De werknemer wordt overigens geen eigenaar van de fiets die hij beschikbaar gesteld
krijgt. De werkgever koopt en betaalt de fiets, niet de werknemer.
De fietsregeling gaat over de relatie werkgever-werknemer. De fietsregeling is een
regeling in de loonbelasting en bepaalt dat er een forfaitaire bijtelling bij het
inkomen van de werknemer moet plaatsvinden van 7% van de consumentenadviesprijs.
Onder de fietsregeling vallen fietsen, e-bikes en speed pedelecs.
Bij de fietsregeling horen ook andere fiscale regels dan de bijtelling in de
loonbelasting: de werkgever krijgt ook te maken met BTW-regels en verwerkt de fiets in
zijn fiscale boekhouding. Ook die aspecten vindt u terug in dit memorandum.
Indien een werkgever een fiets, die voor zakelijke kilometers (waaronder woon-werkverkeer) wordt gebruikt, mede voor privéoeleinden ter beschikking stelt aan zijn werknemer, behoort de waarde van het in dat kader door de werknemer genoten privéoordeel tot het belastbare loon van de werknemer. Voor de fietsregeling worden de woon-werk kilometers geacht privée zijn.
De werknemer gebruikt de fiets slechts voor zijn woon-werkverkeer. Alhoewel dit zakelijke kilometers zijn, worden die geacht privée zijn. De fietsregeling is van toepassing en er vindt een bijtelling plaats;
De werkgever telt 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets bij het inkomen van de
werknemer. Hierop houdt de werkgever loonheffing in. De werknemer vindt deze bijtelling
terug op zijn loonstrook. Het fiscale loon stijgt met de 7% bijtelling, het netto loon
daalt in beginsel met de ingehouden loonbelasting.
De werkgever die de fiets ook voor privé beschikbaar stelt, geeft de consumentenadviesprijs
door aan de loonadministrateur. Deze verzorgt de verdere administratieve afhandeling.
De bijtelling voor de fiets van de zaak verhoogt het belastbaar inkomen box 1 van de
werknemer en kan daarmee invloed hebben op het toetsinkomen van de werknemer voor
toeslagen en andere regelingen.
Indien de fiets privé beschikbaar staat, moet er bij het loon een bijtelling plaats
vinden van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets. Dat is de in Nederland door de
fabrikant of importeur publiekelijk kenbaar gemaakte prijs van de fiets bij verkoop aan
de afnemer. Met RAI vereniging is afgesproken dat de consumentenadviesprijzen online
raadpleegbaar zullen zijn.
Is er geen consumentenadviesprijs beschikbaar? Dan wordt aangesloten bij de
consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets.
Accessoires bij de fiets die deel uitmaken van de consumentenadviesprijs en met de fiets
ter beschikking worden gesteld vallen onder de fietsregeling. Voor ter beschikking
gestelde accessoires die geen deel uitmaken va de consumentenadviesprijs geldt niet het
forfait maar de hoofdregel: belast is de ‘waarde in het economische verkeer’ van het
gebruik van de accessoires.
De werkgever die aan de werknemer een eigen bijdrage voor het privégebruik van de fiets
berekent, brengt deze bijdrage in mindering op de bijtelling van 7%. Het saldo tussen
bijtelling en bijdrage kan niet negatief zijn.
Voor een elektrische fiets van € 2.000,- geldt een jaarlijkse bijtelling van € 140,-. Uitgaande van een gemiddeld marginaal tarief van 42%, leidt dat tot een belastingheffing van € 58,- oftewel; minder dan netto € 5,- per maand.
De fietsregeling is van toepassing op de relatie werkgever/werknemer. Wat is een werkgever in de zin van de fietsregeling? Dit is een natuurlijke persoon (m/v) of rechtspersoon die werknemers in dienst heeft. De werkgever kan een eenmanszaak met personeel zijn, een vennootschap onder firma (vof), een commanditaire vennootschap (cv) of een rechtspersoon zoals een BV, NV, vereniging, stichting, enzovoort.
De werknemer is een natuurlijke persoon (m/v) die in dienstbetrekking is bij een werkgever. Het maakt voor de regeling geen verschil of het gaat om een werknemer in vaste dienst of tijdelijke dienst, van belang is dat het gaat om een werknemer in de zin van de wet op de loonbelasting.
Alleen een fiets valt onder de bijtellingsregeling. Het is dus belangrijk om te weten
wat een fiets is. Het begrip fiets moet naar algemeen spraakgebruik worden uitgelegd.
De wetgever zegt dat onder fiets mede wordt verstaan een bromfiets in de zin van de
wegenverkeerswet indien deze mede door menselijke spierkracht wordt aangedreven en is
uitgerust met een elektromotor. Ook de elektrische fiets en de speed-pedelec (rijwiel
met elektrische trapondersteuning en bromfietskenteken) vallen onder het begrip fiets in
de zin van de regeling. Een ook de bakfiets is een fiets in de zin van de regeling.
De regeling is van toepassing op nieuwe en op tweedehands/gebruikte fietsen. De werkgever
kan de fiets aankopen, leasen, huren of zelf fabriceren.
Voor de met de fiets van de zaak afgelegde (al dan niet zakelijke) kilometers bestaat geen recht op een belastingvrije vergoeding indien men gebruik maakt van de forfaitaire bijtelling.
Net als de auto van de zaak, is de fiets van de zaak formeel geen onderdeel van de
werkkostenregeling en vormt geen eindloon in de zin van de wet op de loonbelasting. De
verstrekking hoeft dus niet door de werkgever te worden aangewezen als eindloon.
Tóch kan de werkkostenregeling van belang zijn. De fietsregeling is niet van toepassing
op zaken die de werkgever naast de fiets verstrekt en die niet zijn begrepen in de
consumentenadviesprijs van de fiets. Denk aan een regenpak, kinderzitje enzovoort. Een
werkgever kan die belastingvrij aan zijn werknemer verstrekken als deze verstrekkingen
binnen de ‘vrije ruimte’ passen. Deze vrije ruimte is beperkt en kent specifieke
voorwaarden. De accountant of loonadministrateur van de werkgever kan hier meer over vertellen.
Ook als de fiets niet binnen de fietsregeling valt (bijvoorbeeld deze wordt slechts voor
recreatie beschikbaar gesteld en niet voor het woon-werkverkeer), kan deze onder
omstandigheden onder de vrije ruimte belastingvrij aan de werknemer worden verstrekt.
Het is aan te raden om het gebruik van de fiets vast te leggen in een regeling tussen werkgever en werknemer. Bij wie ligt het economische belang? Geldt er een eigen bijdrage? Wie betaalt de schade aan de fiets? Voor wie komen de kosten van onderhoud? Hoe lang duurt de terbeschikkingstelling? Is de fiets ook bedoeld voor woon-werkverkeer? Wat gebeurt er met de fiets bij einde dienstverband? Er zijn tal van aspecten waarvan het wenselijk lijkt om hier vooraf afspraken over te maken.